ONDERNEMEN HEEFT EEN MAATSCHAPPELIJK DOEL

Amoraliteit in het bankwezen

Op 11 april schrijft journalist Joris Luyendijk een artikel in het NRC Handelsblad over de amoraliteit van de bankiers. Amoraliteit definieert hij als het bannen van morele overwegingen. Luyendijk sprak met topbankiers die meer dan royale bonussen uitgekeerd krijgen, ook al werd de bank waarvoor ze werken eerder gered door de belastingbetaler. De bankiers gaven allen aan dat ethisch gedrag een gedrag is waarbij geen wetten worden overtreden. De wet is de norm, ongeacht of het gedrag als ‘goed’ of ‘kwaad’ kan worden beschouwd.

We zouden in de valkuil kunnen trappen en denken dat de topbankiers die Joris Luyendijk sprak uitzonderingen zijn, toch is dat niet zo. De visie op ethiek – louter gebaseerd op het wettelijke kader – blijkt inherent deel uit te maken van de cultuur van het bankwezen, een cultuur gericht op winst voor de aandeelhouders die eigenaar zijn van de bank. De bankiers worden zo opgevoed, sterker nog, een bankier die een bonus weigert, wordt zo ongeveer voor gek verklaard door zijn collega’s. Ter herhaling, het systeem is wettelijk correct, einde van de morele context, einde van wat ethiek echt is.

 Amoraliteit als norm

Er zijn vele terreinen waarop het wettelijke kader de enige norm is, het zijn allemaal arena’s waarin beïnvloeding een rol speelt. Mensen worden beïnvloed om een systeem te handhaven dat ultiem enkel bezit beoogt. Zelfs de basisbehoefte van de mens zit ingebed in een dergelijk systeem : de voeding. Een gesprek met een voedingspecialist leerde mij dat voedingsproducten zo worden samengesteld dat ze aanzetten om er meer van te eten. Herinner u de man die voor het VRT-programma VOLT en tijd lang zonder toegevoegde suikers leefde. Hij hield aanvankelijk van een klassieke confituur, na een maand zonder toegevoegde suikers vond hij de suikerrijke confituur niet meer lekker. Hij had zichzelf opgevoed, zijn hersenen waren niet langer gericht op suikers. Suikers en vetten doen ons verlangen naar weer meer suikers en vetten, de verslaving wordt subtiel geïnitieerd. We worden opgevoed om ongezond te eten, om meer te eten dan noodzakelijk, steeds binnen het wettelijke kader.

 De bewuste consument kan de economie sturen

De consument stelt het systeem niet in vraag. De consument leeft jachtig, wil snel eten, wil troost proeven. En hoe meer de consument eet, hoe meer winst de grote corporates boeken. Toch is het de consument die bepaalt in welke richting de markt evolueert. De bewuste consument kan moraliteit afdwingen door de lokale ambachtelijke producenten – die gezonde gewassen en producten aanbieden – op te zoeken. Het is per slot van rekening het doel van de bewuste consument om een gezond lichaam te hebben. Ik focus op de voeding, maar dezelfde attitude geldt voor alle domeinen waarin amoraliteit een rol speelt. U en ik kunnen kiezen : slaafs ondergaan of de moraliteit afdwingen.

 Het maatschappelijk doel

Dure cursussen, fancy corporate governances, fijnzinnig uitgeschreven business plannen, ze geven allemaal aan dat een onderneming een maatschappelijk doel moet hebben. Welke onderneming schrijft een maatschappelijk doel neer dat aangeeft dat zuur verdiende belastingcenten moeten opgaan in royale bonussen, welke onderneming schrijft in haar statuten dat voeding mensen ongezond moet houden ? Ik roep op om moraliteit centraal te stellen in de bestaansreden van elke onderneming, in alle domeinen en sectoren. Het is mijn opperste overtuiging dat winst en moraliteit kunnen samengaan. Om dat doel te bereiken hebben we bewuste burgers nodig die de moraliteit opeisen. Of hebben we een wet nodig om moraliteit af te dwingen ?

Sander Gee